,,Een goed initiatief. Guido Meijering van de Politie Landelijke Eenheid was er woensdagmorgen in het Urker gemeentehuis duidelijk over: de samenwerking tussen het Calamiteiten Team Maritiem Urk (kortweg CTMU) en de politie en Kustwacht is belangrijk. De gemaakte afspraken goed vastleggen is vervolgens ook van groot belang. Vandaar dat de verschillende partijen die bij calamiteiten op zee betrokken zijn, een protocol hebben ondertekend. Een bijzondere gebeurtenis, waar het CTMU de aanzet toe heeft gegeven.

Van oudsher heeft de Urker gemeenschap al te maken met scheepsrampen. En wanneer zoiets aan de orde is, staat ook de gehele gemeenschap klaar om, waar mogelijk, hulp te bieden. Het huidige Calamiteiten Team Maritiem Urk (CTMU) is ontstaan naar aanleiding van de twee meest recente gebeurtenissen, het vergaan van de vissersschepen UK 165 en de Z85.

Urker vissers varen momenteel onder verschillende vlaggen, ze vissen in nationaal en internationaal water en wanneer er een ramp plaats vindt, wordt de communicatie met de verschillende geledingen complex. Als dan vanuit de eigen (vissers)gemeenschap hulp aangeboden wordt, is het niet ‘zomaar’ aan de slag gaan, maar men krijgt te maken met verschillende overheden en instanties. De ramp met de Z85 is daar een duidelijk voorbeeld van. De Urker kotter onder Belgische vlag verging in Brits water. Toen bleek dat er een breed netwerk moet zijn om bij de verschillende instanties binnen te komen om toestemming te verkrijgen om hulp te bieden en/of een zoekactie op touw te zetten.

Vooral ook vanwege deze complexe situaties, is naar aanleiding van de ramp met de UK 165 – deze maand alweer twee jaar geleden – het initiatief genomen om tot duidelijke afspraken te komen. De samenwerking van het CTMU met de Gemeente Urk, de Nederlandse Kustwacht, de Nationale Politie, het LTOZ en Dregteam SOAD is vervolgens vastgelegd in een protocol. Door deze samenwerking kan snel de juiste hulp geboden worden en kunnen zoekacties worden opgezet en gecoördineerd

Het CTMU heeft als doel om, in het geval van een calamiteit, de acties te coördineren van de ingezette vrijwilligers en de deelnemende schepen. De inzet richt zich op het vinden van vermiste personen of van de schepen. Het CTMU richt zich op het wegnemen van onzekerheid bij nabestaanden en binnen de samenleving. Ze gaat daarvoor tot het uiterste qua tijd en inzet om slachtoffers weer terug te brengen bij de familie.

Wethouder Nathanaël Middelkoop van Economische zaken en Visserij vindt de ondertekening van het protocol ook heel waardevol. “Op Urk hebben velen een persoonlijke ervaring die verband houdt met een calamiteit op zee die henzelf, een familielid, vriend of bekende trof. Deze emotie komt los wanneer er zich een nieuwe situatie voordoet op zee. Dat leidt tot een grote bereidwilligheid te ondersteunen bij zoekacties en dergelijke. Het protocol is bedoeld om deze bereidwilligheid en kracht te kanaliseren, zodat daar nog beter en sneller gebruik van gemaakt kan worden. Uiteraard hopen we het protocol nooit nodig te hebben, maar gezien het belang van snelheid van handelen in dergelijke situaties zijn de lijnen vanaf nu helder, mocht zich opnieuw een calamiteit op zee voor doen”. 

V.l.n.r: Nathanael Middelkoop (Wethouder Gem. Urk), André Kaag (Ned. Kustwacht), Teun Visser (Visveiling Urk), Jaap Nijgh (LTOZ), Gerrit Hakvoort (SOAD) en Jeroen de Wit (Maritieme Politie)

V.l.n.r: Nathanael Middelkoop (Wethouder Gem. Urk), André Kaag (Ned. Kustwacht), Teun Visser (Visveiling Urk), Jaap Nijgh (LTOZ), Gerrit Hakvoort (SOAD) en Jeroen de Wit (Maritieme Politie)