Het verhaal van Urk / korte biografie van Urk

Keileembult

Het verhaal van onze gemeente start bij de vorming van het landschap. Tijdens de voorlaatste IJstijd, het Saalien, stuwt een grote massa landijs de ondergrond op. Zo ontstaat de ‘keileembult’ waarop het oude dorp Urk is gebouwd. Als de temperaturen weer stijgen en het landijs smelt, ontstaat ten zuiden van de bult (ter hoogte van de Zeeheldenwijk) een rivierensysteem dat uitstroomt in een nieuwe zee. De hoge en vruchtbare dekzandruggen en rivierduinen die tussen het water liggen, zijn aantrekkelijk voor mensen en dieren.

Swifterbant

We weten dat het hier aantrekkelijk was voor bewoning door de vele archeologische vondsten in dit gebied. Er zijn sporen gevonden van jagers en verzamelaars uit de Steentijd. Deze mensen leefden van wild, vis, vruchten en zaden. Het aardewerk dat ze maakten lijkt op het aardewerk dat in de jaren ’50 en ’60 werd gevonden in de toen net drooggelegde Flevopolder. Daarom worden deze mensen vernoemd naar de eerste vindplaats van dit aardewerk: De Swifterbantcultuur. Ze woonden niet op een vaste plek, maar leefden met de seizoenen, afhankelijk van het voedsel dat ze konden verzamelen en jagen. In de loop van de Bronstijd werd het gebied steeds natter en raakte het overgroeid met veen. Bewoning op Urk was daardoor lastig en bleef tot de Middeleeuwen erg kleinschalig.

Lacus Flevo

In de IJzertijd loopt het veenmoeras helemaal vanaf het huidige Enkhuizen tot het Kamperland. De zee door de groei van het veenmoeras een binnenmeer geworden, dat de Romeinen Lacus Flevo noemen. Dit zoetwatermeer is een belangrijke strategische plek voor de Romeinen. Vanaf dit water laat  Julius Caesar de Romeinse troepen pogingen doen om Germanië te veroveren. Aan het einde van de Romeinse Tijd stijgt het water en wordt een stuk veenmoeras tussen Enkhuizen en Urk weggespoeld. Hierdoor ontstaat er een groot meer dat de naam Almaere (in Germaans: groot meer) krijgt.

Zuiderzee

In de Vroege Middeleeuwen woont een kleine boerengemeenschap op de keileembult van Urk. Wanneer er een doorbraak ontstaat naar de Noordzee, wordt het zoete water uit het grote meer brak. Zo ontstaat de Zuiderzee. De bewoners van de keileembult voeren een constante strijd tegen het zeewater. Veel eilanden in de omgeving van Urk worden opgeslokt door de Zuiderzee. Urk houdt stand. Wel stappen de bewoners over van landbouw naar de visserij om in hun levensonderhoud te voorzien. Er is nu eenmaal meer water dan land op deze plek. Hier ontstaat de visserij als het specialisme en handelsmerk van de Urker gemeenschap.

Urk groeit

De naam Urk wordt voor het eerst vermeld in het jaar 966, als onderdeel van het Frankische Rijk. Verschillende Frankische heren waren in deze periode de baas op Urk. Tijdens deze periode wordt ook het Christendom geïntroduceerd op Urk. Tot in de 18e eeuw wordt Urk door verschillende adellijke families bestuurd, zoals de Graven van Holland, het Utrechtse geslacht Zoudenbalch en ook door Amsterdam. In deze periode groeit bewoning op de keileembult van Urk enorm.

Inpoldering

Als eiland in de Zuiderzee is Urk een belangrijk oriëntatiepunt voor de scheepvaart. Amsterdam laat een palenscherm aanleggen rond de kust van Urk om het landverlies tegen te gaan. Het palenscherm is recent hersteld en zien we nu nog. De laatste slag in het gevecht met het water is de inpoldering van de Zuiderzee. De inpoldering van de Noordoostpolder is in 1942 gereed. Het nieuw gewonnen grondgebied in de polder biedt kansen om de gemeentegrenzen van Urk uit te breiden. In de jaren ’70 wordt het bedrijventerrein Zwolse Hoek ontwikkeld, waar de groeiende visindustrie een plek vindt. Urk positioneert zich als centrum van niet alleen de export, maar ook de import en verwerking van vis.

Urker identiteit

De visserij van Urk is verweven in de unieke cultuur en gebruiken. Sinds 1983 vindt jaarlijks de Urkerdag plaats, waar de lokale cultuur, de traditionele klederdracht en het karakteristieke dialect worden gevierd en geborgd. Maar ook wanneer je op een doordeweekse dag rondloopt op Urk voel je de unieke eilandgeschiedenis. Die geschiedenis koesteren we.